| |||||
De lessen geven inzicht in de (on-)mogelijkheden van diverse bomen en struiken. De cursist leert sneller het juiste sortiment op de juiste plaats toe te passen. Dat levert kostenbesparingen op bij het bepalen, maar ook bij het verzorgen van het sortiment. De cursussen passen bij de doelstellingen van de NDV, zoals het bevorderen van verantwoord gebruik van een uitgebreid sortiment bomen en struiken. Cursisten ontvangen onder voorwaarden aan het eind van een cursus een NDV-getuigschrift. De NDV biedt drie verschillende cursussen: A, B en C. A-cursus De A-cursus 'Inleiding tot de Dendrologie' behandelt het veel toegepaste houtige sortiment. Aan de orde komen, naast de winter- en zomerkenmerken, de gebruikswaarden van bomen en struiken, naamgeving en de plaats van de behandelde planten in het plantenrijk. Na afloop kunnen de cursisten veel van de algemene houtige gewassen op naam brengen. Deze basiscursus wordt gegeven in 12 dagdelen van 3 uur, verdeeld over de periode maart-oktober, waardoor de planten in alle seizoenen behandeld kunnen worden. B-cursus De B-cursus 'Dendrologie voor gevorderden' is meer praktisch van aard. Het sortiment gaat dieper, met voorbeelden als Cercidiphyllum, Parrotia en Quercus cerris. Cursisten leren een uitgebreider sortiment bomen en struiken herkennen en toepassen. Deze cursus bestaat uit 6 dagdelen van 4 uur en drie hele zaterdagen (op diverse locaties) verdeeld over de periode maart-oktober. Deelnemers aan deze cursus moeten een gedegen basis hebben, of de A-cursus hebben gevolgd. C-cursus De C-cursus 'Vervolgcursus Dendrologie' behandelt, naast dendrologie, de plantengeografie, over de verspreiding van planten, met daarin onderwerpen als: IJstijden, exoten, de verspreiding van plantengeslachten op het Noordelijk halfrond, de flora van China, Korea, Japan en Turkije. Deze cursus heeft een wetenschappelijk karakter, maar u ziet ook veel planten. Plantentaxonomie - de leer van de plantensystematiek - wordt onderwezen door middel van onderwerpen als Classificatie (plantenordening), Fylogenie, APG (Angiosperm Phylogeny Group), Evolutie, DNA, Cladistiek en een uiteenzetting met de titel: Van soort tot cultivar. Taxonomie en sortiment worden uitgebreid behandeld door b.v. de Betulaceae, de Coniferen, de Ericaceae, de Fagaceae en de Sapindaceae nader te bestuderen. Ook wordt aandacht besteed aan Morfologie (vorm en de bouw van organismen). Wederom komen winterkenmerken aan de orde. Deze cursus vindt plaats in het Von Gimborn Arboretum te Doorn, op 6 zaterdagen van 10-16 uur, verdeeld over maart-oktober. De cursussen worden gegeven door ervaren docenten met een dendrologische en onderwijskundige achtergrond. Locaties voor de A- en B-cursus zijn: Amsterdam (Arboretum De Nieuwe Ooster), Eindhoven (Helicon), Velp (IAHL Larenstein). Locatie voor de C-cursus: Von Gimborn Arboretum te Doorn. Voor de cursussen is het minimum aantal cursisten twaalf, het maximum aantal twintig per cursus per locatie. Een cursus kost voor NDV-leden 335 euro; voor niet-leden 375 euro.
Tip the editors
|
|